- 2Signification: investerenuitzetten beleggen
- 3Signification: stilleggenstopzetten uitzetten stoppen
- 4Signification: stoppenstopzetten uitzetten stilleggen
- 5Signification: opzettenzwellen uitzetten
- 6Signification: afbakenenmarkeren uitmeten uitzetten
- 7Signification: afzettenuitdoen uitdraaien uitzetten
- 8Signification: plantenplanten uitzetten
- 9Signification: openzettenuitspreiden uitzetten
- 10Signification: uitwijzenuitwijzen uitzetten
- 11Signification: uitzettenuitzetten uitwijzen
- 12Signification: aangevenplannen uitzetten uitstippelen
- 13Signification: etalerententoonstellen uitzetten uitstallen
- 14Signification: groeienopzwellen uitgroeien uitzetten zwellen uitdijen
- 15Signification: bewegenkrimpen scheuren uitzetten verzakken werken
- 16Signification: werkenbewegen krimpen scheuren uitzetten verzakken
- 17Signification: opbollenuitdijen uitzetten zwellen
- 18Signification: rijzenuitzetten opzwellen
- 19Signification: uitdijengroeien uitgroeien uitzetten zwellen opzwellen
- 20Signification: aanzwellenopzwellen uitzetten opzetten
- 21Signification: zwellenuitdijen uitzetten opbollen
- 22Signification: aanplantenkweken uitzetten planten
- 23Signification: opzwellenuitzetten rijzen