- 2Signification: aangrijpengebruiken profijt trekken profiteren benutten
- 3Signification: aanwendengebruiken laten gelden toepassen
- 4Signification: hanterenbehandelen gebruiken omgaan met verwerken
- 5Signification: uitbuitenbenutten gebruiken profiteren van uitbatenuitpersen uitzuigen exploiteren
- 6Signification: etengebruiken nuttigen consumeren
- 7Signification: bedienengebruiken gebruikmaken
- 8Signification: drinkeneten innemen nuttigen gebruiken
- 9Signification: moreszede zeden gebruiken
- 10Signification: behandelengebruiken omgaan met verwerken hanteren
- 11Signification: consumerengebruiken verorberen nuttigen