- 2Signification: aanklampenaanspreken staande houden tegenhouden vasthouden aanhouden
- 3Signification: opzijleggenreserveren vasthouden achterhouden
- 4Signification: respecterenvolharden vasthouden
- 5Signification: beethoudenomklemmen vasthouden
- 6Signification: persisterenhandhaven vasthouden volharden volhouden
- 7Signification: handhavenvasthouden houden
- 8Signification: pakkenvasthouden vastklemmen hebben
- 9Signification: achterhoudenreserveren vasthouden opzijleggen
- 10Signification: steunenvasthouden ondersteunen