- 2Signification: stappenlopen stevenen benen
- 3Signification: benenlopen stevenen stappen
- 4Signification: gaankomen lopen stappen treden
- 5Signification: flanerenlopen slenteren wandelen
- 6Signification: functionerenlopen werken gaan
- 7Signification: fietsenlopen reizen rijden zich begeven gaan
- 8Signification: draaienlopen werken functioneren
- 9Signification: verlopenverlopen lopen
- 10Signification: gelegen zijngelegen zijn lopen
- 11Signification: gaande zijngaande zijn lopen
- 12Signification: stromenvloeien lopen
- 13Signification: hardlopenhollen rennen snellen lopen
- 14Signification: bestaanvertonen lopen
- 15Signification: roulerenrouleren lopen
- 16Signification: naderennaderen lopen
- 17Signification: vastlopenvastlopen lopen
- 18Signification: deelnemen aanvolgen lopen
- 19Signification: klauterenklimmen krabbelen lopen kruipen
- 20Signification: klimmenkrabbelen kruipen lopen klauteren
- 21Signification: lopenlopen reiken